TROUWENS

“Nederland zit vol met tekenaars die op onverwarmde zolderkamertjes

bezig zijn strips te tekenen”.

Daarom besloot uitgeverij DRUKWERK begin 1979 met een nieuw initiatief te komen, een stripblad om beginnende tekenaars een kans te geven hun werk te publiceren. Tekenaars-in-spé stuurden toch al vaak werk op. Nog niet goed genoeg voor Tante Leny Presenteert of TALENT? Dan verdween het in de kast.

Strips tekenen die niemand ziet hou je niet lang vol en niet iedereen is in staat om dan maar zijn eigen werk uit te geven. Uitgeverij Drukwerk kon daarmee een handje helpen.

WIE WAS WIE?

Het eerste nummer van TROUWENS verscheen in april 1979. 32 pagina's vol min of meer (veel)belovend talent. Jammer was wel dat de namen van de tekenaars die zo graag wat bekender wilden worden alleen in het kort op het omslag vermeld stonden. Geen inhoudsopgave en meestal ook geen ondertekening bij de gepubliceerde pagina's en het duurde een jaar, tot maart 1980, voordat het tweede nummer verscheen. Nu wél met een inhoudsopgave en duidelijke vermelding van de tekenaars.

VERBETERDE FORMULE

Bij nummer 3 werd de `formule` aanzienlijk verbeterd. De redactie werd overgenomen door de Arnhemse Omeletters: René Meulenbroek, Miriam Harten en Hanco Kolk, onder leiding van stripfiguur Theo Trouwens. Iedere tekenaar werd voorgesteld door middel van een uitgebreid interview (met foto) voorafgaande aan zijn stripverhaal. Dát is natuurlijk de enige juiste manier om tekenaars te presenteren en bekender te maken. Zo'n blad om te kunnen debuteren als tekenaar was hard nodig. Maar helaas, er kwam geen vervolg meer. Dit nummer, “met geheel vernieuwde opzet` was helaas het laatste nummer van TROUWENS.

WAT IS ER VAN HEN GEWORDEN?

Het blad TROUWENS zou een springplank moeten worden naar succes. De vraag is, wat is er uiteindelijk, bijna vijftig jaar later, van hen geworden? Ik heb ze allemaal op één na, uit het oog verloren. Maar internet biedt tegenwoordig uitkomst.

In de drie nummers van TROUWENS hebben 25 verschillende tekenaars hun werk gepresenteerd. Als we Lambiek's Comiclopedia raadplegen blijkt dat acht van hen inderdaad striptekenaar zijn geworden, al of niet full-time. Maar een verrassend groot aantal blijkt toch een toekomst opgebouwd te hebben als illustrator of (grafisch) kunstenaar.

Tekenaars TROUWENS 1:

Michiel van Dam ( stripverhaal Zacharias Zorghenstond)

Sandra de Haan (ze was toen 10 jaar! Haar stijl is niet veel veranderd).

Fred Hemmes (stripverhaal Lone Hunter)

Miep Hooi (samen met Marianne Hoogstraten strip: de mevrouw Boot show)

Rik van Iersel (pagina's zonder titel)

Ben Jansen (tekende het omslag en strip Majoor Vleugelslag)

Tobias Tak (strip Bibbie contra Truula)

Monkel (ondertekent met Charbonkel of Charmobonkel, maar geen idde wie dit is)
Pollmann (opgedragen aan Peter Pontiac door Dzipi, ( JP) ofwel Joost Pollmann)

Herwolt van Doornen (strip “I never cared much for Domestic)

tekenaars TROUWENS 2

omslag: René van Asselt

Han Klinkhamer (Tarzan van de apen)

Karolien Perdeck (twee tekeningetjes

Fred Hemmes (Een 8 pagina strip: Verhaal van de zee)

Rik van Iersel (Een historie)

Mike van Aarle (Stop, niet springen)

Peter Spaans (UF,O en Dagen)

Wouter van Reek (De ware motorgek)

Jan van Wissen (Gebedswarmte)

Phil van Tongeren (Welzijn)